Beter worden in beeld: het effect van zelfmanagement op het brein.
Jongeren leven in een uitermate complexe wereld. Met niet alleen de eisen van school en werk, maar ook een maatschappij met steeds sneller verlopende processen, met talloze systemen en subsystemen en met communicatiemedia die continu vragen om afstemming van individu en gemeenschap. Het is niet eenvoudig om daarin overeind te blijven, zeker niet als je genetisch al kwetsbaar bent voor zaken als depressie, angst of psychose. Psychiater Prof. Dr. Jim van Os leidt met financiële ondersteuning van Stichting de Weijerhorst een onderzoek aan de MUMC+ naar het verband tussen de processen in de hersenen van jonge mensen met beginnende psychische klachten en het verminderen van hun klachten via zelfhulp. Kernvraag: als je jezelf door trainen beter maakt, kun je dat dan ook zien in een scan van het brein? Wetenschappelijk interessant onderzoek, maar ook medisch relevant omdat patiënten er zowel direct als op langere termijn profijt van kunnen hebben.
Verstoord leervermogen
Tussen brein en geest ligt een volstrekt terra incognita. Hoe komt het dat onze geest, via ons brein, iets wil, iets eist, iets vreest? Het zal nog heel lang duren voordat dat gebied betreden en verkend wordt, maar aan de randen wordt voorzichtig gewerkt aan het verkennen van mogelijke verbindingen. In het kader van het onderzoek worden psychische aandoeningen begrepen als verstoringen van het vermogen van het brein om te leren van ervaringen en ermee te leren omgaan. De onderzoekers leggen allereerst met hersenscans vast hoe de processen in het brein zich bij een dergelijke verstoring gedragen. Vervolgens wordt bekeken hoe zich dat beeld verhoudt met beginnende symptomen van angst, depressie en psychose. De proefpersonen leren intussen via een psychologische therapie om zichzelf te trainen in het beter reageren op hun symptomen als die zich voordoen. En daarna wordt weer gekeken of ook die verbetering zichtbaar is in veranderingen van het brein ten opzichte van het oorspronkelijke beeld.
Tijdrovende selectie
In het kort zijn er drie dingen nodig voor een dergelijk onderzoek: proefpersonen, hulpmiddelen en een instrumentarium voor het in beeld brengen en vastleggen van de hersenprocessen. Die zijn niet zo gemakkelijk bij elkaar te brengen; het is kostbaar en tijdrovend onderzoek. De donatie van Stichting de Weijerhorst is daarom hier goed op zijn plaats. De selectie van de proefpersonen is een moeizaam proces, want van alle mensen die zich in principe beschikbaar stellen kan zo’n 60% om verschillende (medische en praktische) redenen uiteindelijk niet meedoen. Wat betreft de technologie voor het in beeld brengen van de hersenprocessen hoeft men in Maastricht niet ver te zoeken. Verschillende faciliteiten in en buiten de universiteit bieden ruimschoots keus uit de benodigde apparatuur.
Ambulante methode
Wat betreft de hulpmiddelen heeft het onderzoeksteam de beschikking over een zeer eigentijds instrument: de Psymate, een app op de smartphone. Daarmee wordt de proefpersonen tien keer per dag op willekeurige momenten gevraagd hoe ze zich voelen. Dat gaat via een reeks van vragen die nadrukkelijk ook de omgeving betreffen. Dat levert een enorme hoeveelheid data op, die samen een rijk driedimensionaal beeld geven van het verloop van de emotionele toestand tegen het decor van de gebeurtenissen in de omgeving. Een dergelijke ambulante onderzoeksmethode levert een veel beter beeld op dan de gewone vragenlijsten, die veelal retrospectief zijn en geen dynamiek zichtbaar maken.
Training helpt
Een ander ‘hulpmiddel’ is de ‘Acceptance and Commitment Training’ die de proefpersonen leert om te gaan met hun psychisch ongemak (angst, depressie) door op een hoger plan naar zichzelf te kijken. Daarbij speelt ‘mindfulness’, een onder meer op meditatie en aanvaarding gebaseerde techniek, een belangrijke rol. Het is inmiddels bekend dat een dergelijke training personen met een hoog (genetisch) risico kan beschermen tegen psychoses. Dat bleek o.m. in een recent tweelingonderzoek van de groep in Maastricht. Eerder was uit hun onderzoek al gebleken dat training niet alleen genezend werkt, maar ook de werkzaamheid van antidepressiva vrijwel kan verdubbelen. Ook de Psymate bevat trainingsoefeningen die de proefpersoon meteen kan oppakken en uitvoeren zodra zich symptomen voordoen.
Eigen kracht
Zelfhulp is op alle mogelijk gebied een populair begrip geworden, maar voor Prof. Van Os is het een heel wezenlijk aspect van de moderne medische wetenschap. Anders dan de simpele vaststelling dat iemand iets heeft en vervolgens medicamenten toepassen gaat zelfhulp uit van de kracht die in ieder mens aanwezig is, maar die gereedschappen nodig heeft om genezing te bewerkstelligen. Het onderzoek moet laten zien, dat die tools in staat zijn het nog plastische brein van jonge mensen te veranderen. En wel zo dat de verbetering blijvend is. In 2016 moet duidelijk worden of dat inderdaad zo is.